Posts tonen met het label Materieel. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Materieel. Alle posts tonen

26 november 2008

Roco 2203 superen

Een 2200 doet al jaren dienst bij mij in huis (in het klein wel te verstaan). Ik reed er eerst mee door de kamer op het tapijt met de kinderen. Daarna verhuisde hij naar mijn baan op zolder. Ik had al eens geïnvesteerd in een nieuw metalen hekwerk en ik was ook een keer tegen messing logo's aangelopen. Mijn versie is namelijk een bruine met knalpot op het dak, NS teken vooraan en opgeschilderde nummers. Bij aanschaf was er geen andere verkrijgbaar. Ik had de attributen er nog nooit opgezet. Dat is het grappige van de modelspoorhobby. Je schaft eens wat aan dat eerst soms lange tijd in de kast belandt, totdat je opeens denkt, hé wacht eens! Ook omdat het airbrushen me heeft gegrepen, leek het me het moment om alles te combineren.


Demonteren
Zoals ook bij de 2400, moest alles uit elkaar, zodat je rustig kunt spuiten zonder meteen alle opdrukken, ramen, mechanische onderdelen mee te spuiten. Ook kun je zo beter, elkaar in de weg zittende delen en hoekjes spuiten. Waar je wel op moet letten is dat sommige delen gezamenlijk gespoten moeten worden, anders krijg je kleurverschillen. Via de gebruiksaanwijzing in de doos was alles gemakkelijk te demonteren en een mooie bijkomstigheid is dat ik metteen alle stof kon verwijderen. De bovenkant bestaat uit diverse onderdelen. Ramen had ik al eens vastgelijmd, dus daar kwam enig breekwerk bij kijken. Ook de knalpijp ging eraf. De draaistellijst is uit één deel gemaakt en kwam ook verrassend gemakkelijk los met behulp van een schroevendraaier in combinatie met naar beneden trekken. De sleper moet er ook af dus even met de soldeerbout losmaken.

Primer
Sommige zachte types plastic moeten eerst voorzien worden van een laagje primer (zie hieronder). Ik gebruik hiervoor Tamiya Surface primer uit de spuitbus (gray). NB: het betreft hier het oude hekwerk (ik kon het niet laten die ook mee te nemen). .








Airbushen
Voor het spuiten gebruikte ik dezelfde combinatie kleuren als voor de 2400. Het dak van de cabine werd met German Grey en kreeg vervolgens een klein waasje Nato Brown. De knalpot op het dak kreeg een klein waasje German Grey (bij de uitlaten wat meer) en vervolgens ook een beetje Nato Brown. Het rooster aan de bovenkant van het motorgedeelte werd eerst met tape rondom afgeplakt en met German Grey gespoten. De rest na de bovenkant Nato Brown en daarna een waasje German Grey, op sommige plekken wat meer om het geheel wat levendiger te maken. Voor sommige spuitacties moet je het mechanische deel goed afplakken!


Messing schildjes
Ik had dit keer bedacht de messing schildjes niet mee te airbushen. Ze zijn al niet zo scherp. Het was een aardige klus ze van het papier (volgens mij schilderstape) te krijgen. Vermoedelijk zaten ze er al jaren op. Na lang peuteren lukte het en met een stuk railgum werd alles mooi glad geschuurd. Ook de bovenkant kreeg even een poetsbeurt. Omdat het geëtste messing reliëf vertoond is dit mogelijk. Je schuurt alleen de bovenkant weg maar de verf niet. Het monteren van een messing plaatje kan het beste met een druppeltje twee componentenlijm. Doe een klein druppeltje op het plaatje druk het even op een stukje papier om de lijm te verdelen en overmatige hoeveelheid kwijt te raken en plaats het vervolgens op de juiste plaats op de locomotief.

Foutje!

Bij het monteren van de schildjes bleek opeens dat het originele nummer op een andere plaats zit. Maar goed dat ik deze actie heb bewaard. Airbrushen kan ik pas sinds een half jaar! Nu worden wel nieuwe vaardigheden verwacht: restaureren en retoucheren! Dat heb je nu altijd, maar door ervaring weet ik ook dat het meestal wel goed komt. 's Nachts nog een keer liggen woelen hoe ik het aan zou pakken. Het nummer zit vlak boven een gebogen gele lijn. Die mocht niet verdwijnen. Ik besloot de volgende dag eerst het nummer weg te schuren en vervolgens over en kartonnetje heen te spuiten dat ik voor de gele lijn zou houden. Zo voorkom je een scherpe lijn. Dat lukte: je ziet er niets meer van. Het nieuwe nummer is 2203. Na enig speuren op Internet, blijkt het om een geelgrijze versie te gaan die nog bij VSM in het wagenpark wordt beheerd. Ik doe of dit de versie is voor hij werd overgepoten.
.
Afwerking
Het afwerken van het werkstuk doe ik met Rambo interieurlak verdund met Tamiya verdunner. De kleuren trekken wat naar elkaar toe, het glanst nauwelijks en het levert een prima bescherming op tegen beschadigen. Het onderstel dat van metaal is gaf vreemd genoeg wel een te glanzend resultaat. Daarom bracht ik hierover nog een laagje Microscale Flat aan.

27 september 2008

Roco 2400 vervuilen

Airbrushen.
En nu aan het werk met de 2400! Dat glimmende plastic staat misschien leuk in de vitrinekast, maar niet op de modelspoorbaan. Misschien is het even slikken. Een mooie loc onderspuiten? Is hij daarna nog wel wat waard? Daar gaat het toch niet om! Je moet er zelf plezier aan beleven. Hieronder lees je hoe het moet. Ik heb deels de instructie uit Rail Magazine gevolgd, maar heb iets andere kleuren gebruikt.
  • Tamiya Surface primer (grijs)
  • Tamiya German Grey (XF-63)
  • Tamiya Nato Brown (XF-68)
  • Tamiya Flat Earth (XF-52)
  • Rambo Transparant Zijdeglans interieurlak (Blank 701)

Demonteren van de locomotief.
Verwijder de kap en onderdelen van de locomotief als volgt:
(1) De "stuurhut" kan verwijderd worden door de twee zijkanten onderaan iets naar buiten te trekken. Hierdoor komen de de vier haaksjes los van het tweede deel van de bovenkant. Vervolgens trek je de cabine naar boven los. Haal ook het glas uit de cabine.
(2) Haal de draaistel kasten er af (eenvoudig opzij trekken).
(3) De rest van de bovenkant zit met twee schroefjes vast. Aan de voor en achterkant zitten ook twee haakjes die je ziet zitten als je de draaistel kasten hebt losgemaakt. De de grote lampen kunnen eruit door duwen van binnenuit naar voren. De kleine lampen boven van buiten naar binnen.
(4) De dieseltank kan naar onderen losgetrokken worden.
(5) De voor en achterkant worden verwijderd en de buffers en andere onderdelen losgetrokken.

Werkwijze:
Was alle te spuiten onderdelen (behalve de locomotief zelf natuurlijk) in een lauw sopje en laat het drogen. Gebruik geen alcohol zoals ik probeerde met de dieseltank. Deze bleek al gespoten en de lak liet gelijk los. De afdruk van mijn vingers was duidelijk te zien. Gelukkig was het maar een beetje en na het airbrushen was er niets meer van te zien. Plak de rode balk van voor en achterkant af met airbrush tape. Behandel vervolgens de gladde onderdelen, draaistelkasten voor en achterkant, met primer.
.
Na drogen worden deze onderdelen met German Grey over gespoten. De boven en zijkant van de locomotief kregen een waasje Nato Brown. De boven en zijkant werd afgeplakt zodat de roosters met German Grey konden worden behandeld. Daarna werd de hele bovenkant nog van een waasje grijs voorzien. Omdat dit naar mijn smaak toch allemaal wat te donker werd, werd opnieuw een waasje bruin opgebracht. Maar je kunt het zelf anders doen. De bovenkanten van deze loc waren soms door aanslag helemaal zwart.
.
Vervolgens was de loc aan de beurt. Het motorgedeelte en wielen werden afgeplakt en van boven af werd een waasje Flat Earth aangebracht. De onderdelen van de onderzijde, voor- en achterkant, dieseltank en draaistelonderdelen werden weer teruggeplaatst en met een waasje Flat Earth behandeld, dus inclusief de voor en zijkant met de gele bies. Zoals je misschien opvalt. de wielen spuit ik niet mee. Ik vind dit horen bij het motorgedeelte en houd dat liever zo schoon mogelijk om de rijeigenschappen niet negatief te beïnvloeden.
.
Om het geheel tegen beschadigingen te beschermen moet een laagje lak worden aangebracht. Ik heb wat lopen experimenteren op oude modellen en vond de gewone Rambo interieurlak het beste werken: sterk met weinig glans. Het trouwens een goed idee om je nagels te knippen voor je begint. Je hebt geen idee welke schade je aan kunt richten is mijn ervaring. De lak werd verdund met 10-20% Tamiya Thinner (X-20A). Een nachtje laten drogen en het model kan weer in elkaar worden gezet.

31 augustus 2008

Dieselelectrische locomotief 2400

Historie
De diesel-electrische NS 2400 heb ik altijd één van de Nederlands mooiste locomotieven gevonden. Hij is zo gewoon! De eerste van de serie van 130 stuks, de 2402, werd op 8 maart 1954 in dienst genomen. De locomotieven hadden een beperkt vermogen. Ze zijn niet alleen voor Nederland gemaakt, maar ze waren te zien bij diverse Afrikaanse maatschappijen en ook hebben ze in Frankrijk gereden.

Roco.
In 2007 is de locomotief voor het eerst door Roco uitgebracht. Het model was zo populair dat hij al weer op veel plaatsen is uitverkocht. Op de modelbaan hoort hij met vier assen bij de grotere locomotieven, maar omdat hij compact is heeft hij maar weinig ruimte nodig. Dat maakt dit model erg aantrekkelijk. Toen het uitkwam kocht ik er meteen twee, een wisselstroom en gelijkstroom uitvoering. Ik wilde één model airbrushen. Gelukkig dat ik heb gewacht, want in Rail Magazine 252 van maart 2008, verscheen er een artikel en een handleiding voor de vervuiling. Volgende maand vertel ik er meer over.

Het technische gedeelte.
Er zitten losse messing vignetten bij het model. Met een beetje lak of snel drogende twee compontentenlijm breng je ze er gemakkelijk op aan. De rijeigenschappen zijn prima, ook door de vier assen. Drie-assers zijn gevoeliger voor haperen. Hij maakt wel iets meer geluid dan de 2200 van Roco, maar niet storend (ik praat over het exemplaar geschikt voor drie-rail). Het model laat zich met de mobile station programmeren via het modelnummer 26522, zodat je optrek- en remvertraging en maximum snelheid kan afregelen. De verlichting kan aan en uitgeschakeld worden, en via de rangeerstand functie kunnen de eerder genoemde functies worden geblokkeerd of aangezet. Ik ben er prima tevreden over.

1 november 2007

Diesellocomotief NS 2200

Roco diesellocomotief (art.nr. 69457) met het rugnummer NS 2275, mijn eerste niet-Märklin locomotief kocht ik op 13 juni 2003. Ik vond hem, met zijn vier assen, groot. Ik heb maar een kleine modelbaan, dus ik twijfelde of het wel zou passen. Maar toen ik merkte dat hij in diverse zaken uitverkocht was, ging ik tot aankoop over. Ik was argwanend voor wat betreft de prestaties. Na een eerste rit was ik meteen overtuigd van mijn ongelijk. Ik had mijn eerst Nederlandse locomotief!

Historie
Begin jaren vijftig nam de NS het besluit om de stoomtractie zo snel mogelijk af te schaffen. Daar was onder andere een groot aantal diesellocomotieven voor nodig. Er werd gekozen voor locomotieven volgens een beproefd ontwerp, want er was geen tijd om het anders te doen. De firma Baldwin in de USA werd benaderd. De serie werd gebouwd door Allan in Rotterdam (2201-2300) en door Schneider in Frankrijk (2301-2350). De elektrische installatie werd geleverd door Heemaf, de meeste dieselmotoren door Stork. De 150 locs verschenen tussen 1955 en 1958 op het spoor.

De locomotieven konden in multiple schakeling rijden. Eén machinist kon maximaal vier locomotieven tegelijk bedienen. Dit was niet onbelangrijk, want het waren betrekkelijk zwakke locs (900 pk). Een belangrijke constructiewijziging was het aanbrengen van een knaldemper boven op de locomotieven, omdat ze vooral tijdens het warmdraaien een enorme herrie maakten. De locs hebben ook dienst gedaan voor personentreinen. In dat geval waren er 's winters verwarmingswagens nodig.

Het Roco model
Het Roco concept is dat je zelf allerlei onderdelen moet monteren. Dat was ik helemaal niet gewend bij Märklin, maar vond wel dat deze extra's de detaillering ten goede kwamen.

De vishaken (NS teken) vond ik minder, maar de orginele uitvoering uit 1955 was er niet. Ik heb daarom later nog een tweede exemplaar gekocht (2-rail) toen deze versie uitkwam. Het plastic hekwerk aan de zijkant is niet zo stevig, maar ik heb nu heb ik een witzilveren exemplaar op de kop getikt! Sommigen zien kleurverschil tussen de metalen onderstel en de bovenbouw van plastic. Ik vind het niet storen. Wat je wel even moet aanpassen is de verlichting die door de motorkap schijnt. Met een stukje aluminiumfolie is het snel verholpen. Ik zou hem moeten weatheren, maar dat durf ik nog niet aan.

Rijeigenschappen
Ik kan het niet anders zeggen. Deze loc rijdt perfect: kan mooi langzaam rijden, geluidloos (kleine nauwelijks storende tikjes van de sleper daargelaten) en vooral, hij rijdt steeds zonder haperen.
Maximum snelheid en optrek- en afremvertraging zijn instelbaar (via bv Intellibox). Toen ik hem kocht had ik alleen een Delta kastje, maar de functies deden het gewoon (ik kon alleen de verlichting niet aan en uitschakelen) Ik was verbaasd over de vloeiende bewegingen. Dit is gewoon een superding.
.
Musea
Er zijn een 10 tal 2200 locomotieven bewaard door musea. De Stichting Historisch Dieselmaterieel (SHD) heeft de bruine 2275 overgenomen van de NMBS en teruggehaald naar Nederland.

Bron: Wikepedia

1 oktober 2007

Diesellocomotief NS 521

Laat ik me maar eens aan een persoonlijke locomotief review wagen van het Roco model art no. 69390. Wat vind ik van dit model? Ik heb hem nu ongeveer twee jaar. Ik moest er eerst een jaar op wachten nadat ik hem had besteld. En dat terwijl ik juist zo enthousiast was dat Roco eindelijk een drie-rail versie uitbracht. Dat is al lang vergeten en ik ben blij dat ik hem heb.

Historie
De NS-serie 500-700 is een een dieselelectrische locomotief die tussen 1946 en 1998 werd ingezet. De eerste serie kwam na de Tweede Wereldoorlog uit Engeland, was afkomstig van het War Department en had de kleur grijs. Omdat de locomotieven goed bevielen werd er extra materieel (nieuw) aangeschaft en tussen 1949 en 1957 in dienst genomen. De locs werden gebouwd door de English Electric Company (EEC) te London. De serie 500 was alleen geschikt voor rangeerwerk vanwege het ontbreken van een doorgaande luchtrem. In 1963 kregen alle locs een blauw zwaailicht om ze beter zichtbaar te maken voor kruisend wegverkeer. De 521 is niet meer in vaste dienst, maar wel te vinden bij de SGB in Goes, in de oorspronkelijke groene kleurstelling.

De afwerking van het model
Op het schild aan de zijkant staat Nederlandse Spoorwagen. Dat zal er in het echt vast niet op gestaan hebben, maar je kunt het toch alleen met een loep lezen. De handgrepen vind ik te wit en had ze liever in metaal uitgevoerd gezien, zodat ze dunner zijn. Ook zijn ze niet helemaal strak recht, zoals je ook op de foto kunt zien. De krukassen van de drijfstang zijn van plastic en al twee keer afgebroken. Ik ga ze nog een keer zelf maken in messing. Om te zien vind ik het een fraai model.

De rijeigenschappen
De locomotief bleef eerst overal hangen. Elk vuiltje en zeker elke wissel was een opstakel. Zelfs als ik met een redelijke snelheid reed. Binnenin de locomotief zitten twee U-vormige messing stroomgeleiders. Deze maakten onvoldoende contact. Een beetje ronder buigen en vlakker vijlen op de plaats waar ze met de flensen in contact komen bleek de oplossing. Nu rijdt hij goed. Openmaken is overigens nog niet zo gemakkelijk. Hiervoor moet je de gril eraf trekken met een tang. Ja, ik ben je nou helemaal.... Ik heb aan de zijkant van de gril twee hele kleine gaatjes geboord, zodat ik er iets in kan steken om hem eraf te trekken.

Ik ben erg te spreken over de slepers van Roco. Ook bij deze rangeerlocomotief hoor je alleen een zacht gezoem van de motor en een ietsje tikken van de sleper bij hogere snelheid. Bij hoge snelheid lijkt de loc een beetje kreupel als gevolg van de enkelvoudige drijfstangbevestiging.

Märklin compatibel?
De locomotief rijdt uitstekend met behulp een Märklin Mobile Station. Je moet hem dan wel even in de winkel laten voorprogrammeren, om de optrek- en afremvertraging en de maximumsnelheid in te stellen.

Conclusie
Ik ben eigenlijk erg tevreden over het model. Ook al mankeert er wel het een en ander aan, de totale indruk en uitstraling is goed. De rest passen we zelf wel aan. En zeg nou zelf, is er een nog Hollandser model dan dit?

Bron Wikepedia